11979H/AVI/COM

DOCUMENTEN BETREFFENDE DE TOETREDING VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK TOT DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, ADVIES VAN DE COMMISSIE VAN 23 MEI 1979 BETREFFENDE HET VERZOEK OM TOETREDING VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK TOT DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Publicatieblad Nr. L 291 van 19/11/1979 blz. 0003 - 0004


++++

ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 23 mei 1979

betreffende het verzoek om toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op artikel 98 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , artikel 237 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en artikel 205 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ,

Overwegende dat het Helleense Republiek heeft verzocht lid te worden van deze Gemeenschappen ;

Overwegende dat de Commissie in haar advies van 29 januari 1976 reeds gelegenheid heeft gehad haar opvatting over bepaalde essentiƫle aspecten van de door dit verzoek opgeworpen problemen tot uitdrukking te brengen ;

Overwegende dat over de voorwaarden voor de toelating van de Helleense Republiek en de aanpassingen van de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen , die uit haar toetreding voortvloeien , werd onderhandeld in een conferentie tussen de Gemeenschappen en de Staat die om toelating verzoekt ; dat eenheid in de vertegenwoordiging van de Gemeenschappen werd verzekerd met inachtneming van de institutionele dialoog zoals die bij de Verdragen is geregeld ;

Overwegende dat aan het einde van deze onderhandelingen blijkt dat de aldus overeengekomen regelingen billijk en adequaat zijn ; dat onder deze omstandigheden door de uitbreiding van de Gemeenschap haar deelneming aan de ontwikkeling van de internationale betrekkingen kan worden versterkt , waarbij de interne samenhang en dynamiek van de Gemeenschap bewaard blijft ;

Overwegende dat de om toelating verzoekende Staat door zijn toetreding tot de Gemeenschappen de Verdragen en de politieke doelstellingen daarvan , de sedert de inwerkingtreding van de Verdragen tot stand gekomen beslissingen van welke aard ook en de voor de ontwikkeling en de versterking van de Gemeenschappen uitgestippelde wegen zonder voorbehoud aanvaardt ;

Overwegende in het bijzonder dat de door de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschappen geschapen rechtsorde vooral wordt gekarakteriseerd door de rechtstreekse toepasselijkheid van bepaalde voorschriften der Verdragen en van bepaalde door de Instellingen van de Gemeenschappen vastgestelde handelingen , door de voorrang van het Gemeenschapsrecht op nationale voorschriften die daarmede mogelijk in strijd zijn , alsmede door het bestaan van procedures waardoor de eenheid in interpretatie van het Gemeenschaprecht kan worden gewaarborgd ; dat de toetreding tot de Gemeenschappen mede de erkenning inhoudt van het dwingende karakter van deze regels , waarvan de eerbiediging noodzakelijk is om de doeltreffende werking en de eenheid van het Gemeenschaprecht te verzekeren ;

Overwegende dat de beginselen van pluralistische democratie en eerbiediging van de rechten van de mens deel uitmaken van het gemeenschappelijk erfdeel van de volkeren van de in de Europese Gemeenschappen verenigde staten en derhalve essentiƫle elementen zijn van deelneming in deze Gemeenschappen ;

Overwegende dat de uitbreiding van de Gemeenschappen met de Helleense Republiek bij zal dragen tot een versterking van de waarborgen voor vrede en vrijheid in Europa ,

BRENGT EEN GUNSTIG ADVIES UIT

ten aanzien van de toetreding van de Helleense Republiek tot de Europese Gemeenschappen .

Dit advies is gericht tot de Raad .

Gedaan te Brussel , 23 mei 1979 .

Voor de Commissie